Het jongvee van nu is de melkkoe voor de toekomst. Daarom proberen we ons jongvee zo goed mogelijk op te fokken op ons bedrijf.

Na de geboorte van een kalf brengen we het kalf direct naar een schone warme ligplaats en geven we het kalf biest. Biest is de eerste melk van een koe na het afkalven en bevat veel afweerstoffen, eiwit en vet. Daardoor is biest dikker en geler dan melk.
De afweerstoffen uit biest zijn van enorm belangrijk. Een pasgeboren kalf heeft nog geen eigen afweer; alle afweerstoffen moeten via de biest opgenomen worden.
Het hoge vetgehalte zorgt ervoor dat het kalf gelijk veel energie binnen krijgt.

Alle kalveren worden de eerste weken apart gehouden, in éénling iglo's. Deze zijn water- en winddicht. De kalveren kunnen warm in stro liggen en hebben geen last van tocht.
De vaarskalveren die geboren worden houden we grotendeels aan. De stierkalveren gaan na een paar weken weg.
De kalveren krijgen kunstmelk via een speenemmer, en daarnaast ruwvoer, brokjes en water.

Na een paar weken worden kalveren verplaatst naar een groepsiglo. Hier kunnen 4-6 kalveren in groepen gehuisvest worden.
Melk wordt verstrekt in een milkbar (Pure Graze®). Hier zitten spenen aan waar ze moeite voor moeten doen om melk binnen te krijgen, waardoor ze geen grote hoeveelheid melk in één keer te snel opdrinken. Door het harde zuigen komt veel speeksel vrij, wat zorgt voor een betere vertering in de lebmaag.
De kalveren kunnen alleen recht voor de speen staand melk drinken, zo blokkeren ze de andere spenen van de bak niet.
Naast melk krijgen de kalveren ruwvoer, brokken en water. Na ongeveer 8 weken worden ze gespeend; ze krijgen dan geen melk meer.

Wanneer de kalveren een paar maanden oud zijn worden ze verplaatst naar de jongvee-afdeling in de melkveestal. Hier worden ze net als het oudere jongvee gevoerd met maïs, graskuil, jongveemineralen en brok.
Vanaf de leeftijd van 1 jaar wordt een kalf een pink genoemd.

Om in beeld te brengen hoe de groei van onze kalveren verloopt hebben we een groeicurve gemaakt. Hierin staat de leeftijd van het kalf uitgezet tegen de borstomvang.
Onze kalveren zitten grotendeels op of boven de bovenste groeilijn. Ze ontwikkelen zich dus in verhouding snel.

Wanneer de pinken 13-14 maanden ouden zijn, en een borstomvang hebben van 170 cm (ze wegen dan ongeveer 375 kg), zijn ze groot genoeg om geïnsemineerd te worden. Er wordt geïnsemineerd met een speciale pinkenstier. Deze geeft kleinere kalveren die makkelijker geboren worden. Na een draagtijd van ongeveer 280 dagen (de pinken zijn dan ongeveer 2 jaar oud) wordt dan het eerste kalf geboren. Zo'n eerstekalfs koe wordt een vaars genoemd.
De vaars gaat nu melk geven. Vaarzen lopen tussen de oudere koeien in de melkveestal. Ze krijgen hetzelfde ruwvoer als de oudere koeien, maar iets minder brokken.
Een vaars geeft gemiddeld minder melk dan een oudere koe. Ze groeit het eerste jaar nog iets verder door en zijn volgroeid tegen de tijd dat het tweede kalf geboren wordt.