Fokkerij is voor Nederlandse melkveehouders een belangrijk onderdeel van het bedrijf, het bepaald immers de kwaliteit van de melkveestapel in de toekomst. Het fokkerij gedeelte op ons bedrijf wijkt sterk af van de gangbare fokkerij. Wij gebruikten sinds jaar en dag sperma van proefstieren op de gehele veestapel. Een klein deel van de proefstieren wordt later ingezet als fokstier. Het nadeel hiervan is dat de verwachtingswaarden niet zo betrouwbaar zijn. De voordelen zijn voornamelijk de lage kosten en de premie voor het inzetten van deze dieren. Daarnaast geeft het een heel gevarieerd beeld in stiergebruik, dus heel veel verschillende vaders. Proefstieren zijn dieren met een hoge verwachting voor de toekomst, dus de genetische vooruitgang is erg hoog.

Tegenwoordig maken we gebruik van InSire-stieren. Dit zijn jonge merkergeselecteerde stieren. Merkerselectie (Genomic selection) is het in kaart brengen van het erfelijk materiaal. Op basis hiervan wordt de erfelijke aanleg (fokwaarde) bepaald. Dankzij merkerselectie en veranderingen in het fokprogramma hebben de InSire-stieren een verdubbelde kans om door te breken als fokstier, is er meer diversiteit in de fokstieren en zijn de topstieren van een hoger niveau. De genetische vooruitgang neemt hierdoor toe.

stikstofvat
Stikstofvat

inseminatiemeubel
Stikstofvat ingebouwd in meubel

Sinds december 2004 zijn we na een cursus DHZ-KI de dieren zelf gaan insemineren. Sinds deze omschakeling zijn we meer naar de verwachtingswaarden gaan kijken. Voorheen lieten we CR-Delta lukraak met proefstieren insemineren en deden we niets aan de stierkeuze.

Nu wordt van alle vaarzen 1 keer per 8 maanden het exterieur gekeurd door een inspecteur van CRV. Deze gegevens worden ingelezen in het StierAdviesProgramma (SAP). Hierin worden vervolgens per koe 3 stieren weergegeven die gebruikt kunnen worden voor inseminatie. We hopen hierdoor de zwakke kenmerken van de koe te compenseren en zo een beter kalf te fokken.